De Hankenberg mogen we wel als het meest zuidelijke puntje van de Hondsrug beschouwen en ligt aan de zuidkant van Zuidbarge, richting Erica.


Veel grafheuvels stammen uit de ijzertijd. Terwijl hunebedbouwers hun doden begroeven, werden de overledenen in de ijzertijd gecremeerd en in urnen bijgezet. Over deze urnen werd dan een grafheuvel opgeworpen. De Hankenberg is zo’n grafheuvel.

De grafheuvel op de Hankenberg werd omstreeks 1000 v.Chr. opgeworpen om een belangrijk persoon te begraven. De urn met beenresten, gevonden aldaar, staat in het Drents museum. De bekende Groningse archeoloog professor Van Giffen leidde in 1946 een onderzoek en heeft de uitgravingen zorgvuldig gedocumenteerd in de Nieuwe Drentse Volksalmanak van 1948.

De Hankenberg en zijn directe omgeving hebben in uiteenlopende perioden als een plaats gediend waar werd begraven vanaf het Neolithicum (door de Trechterbekercultuur 4000-2800 v.Chr.) tot in de Bronstijd (1800-800 v.Chr.).

De naam Hankenberg, ook wel Hankenbossien, zou volgens de overleving zijn ontleend aan een zekere Hanken, die daar eertijds werd begraven. Het verhaal luidt dat een zekere Hanken uit Schoonebeek in Emmen zou worden begraven. De verbinding met Emmen was toen nog zeer slecht en het was bovendien in het natte seizoen. Toen men de bewuste plek was genaderd bleek het vanwege de slechte weg niet meer mogelijk nog verder te komen. Men heeft het lijk toen maar, van de nood een deugd makend, ter plaatse aan de weg begraven. Om deze reden, zo wordt gezegd, heeft men bij de ontginning tot vlak bij deze omgeving dit bossien steeds gespaard en de naam, zowel in Zuidbarge als in Erica bekend, wordt dus in de overlevering op deze wijze verklaard.

Bron: Het verleden verlicht