Omschrijving van de Boerderij

Hallenhuis type uit 1863 met langsdeel en achterbaander, opgetrokken uit bruinrode baksteen op plint en gedekt door een aan beide zijden afgewolfd rieten schilddak met twee nokschoorstenen; verbreding van de koestal onder blauwe pannen; geschulpte windveren. De voorgevel is symmetrisch ingedeeld door een dubbele paneeldeur met bovenlicht waarin gietijzeren levensboom; aan weerszijden twee zesruitsramen; drie tweeruits zolderramen. In de linkerzijgevel (oost) vier zesruitsramen, waarvan de linker boven het kleine drieruits kelderraam iets korter. In de rechterzijgevel (west) vier zesruitsramen en een opgeklampte deur met vierruits bovenlicht. Alle ramen en deuren lichtgetoogd en voorzien van 11/2 steens hanenkammen. Aan weerszijden van de voordeur een gedenksteentje met respectievelijk het opschrift: H. Sikken en T. Horring 1863.

Boerderij van algemeen belang wegens:
– de ouderdom;
– de Ambachtelijk-traditionele bouwtrant;
-de nagenoeg oorspronkelijke plattegrond van woon- en stalgedeelte;
– de waardevolle interieuronderdelen;
– de vrij hoge mate van gaafheid en oorspronkelijkheid;
– als hoofdgebouw van een traditioneel Drents boerderijcomplex;
– de sterke visuele relatie met de andere complexonderdelen;
– de markante ligging aan het Oranjekanaal.

Interieur
In het interieur zijn onder meer van belang de nagenoeg oorspronkelijke plattegrond (centrale middengang met aan westzijde de woonvertrekken en de keuken en aan oostzijde de slaapvertrekken) en de kleurig betegelde schoorsteenmantels in Art Deco stijl.

Stalgedeelte
In het aan beide zijden uitspringende stalgedeelte een opgeklampte deur met tweeruitsbovenlicht en tweeruitsvenster in de linkervoorgevel en vier halfronde stalvensters met vorktracering in de linkerzijgevel; in de (jongere) rechtervoorgevel een lichtgetoogd zesruitsraam (deur en stalraam niet-oorspronkelijk) en vijf lichtgetoogde gietijzeren stalvensters tussen even uitgemetselde steunbeertjes in de (jongere) rechterzijgevel; in de achtergevel van links naar rechts twee staldeuren, lichtgetoogde dubbele inrijdeuren met mendeur en vierruits bovenlicht, staldeur met tweeruits bovenlicht, rechtgesloten dubbele inrijdeuren met mendeur en staldeur; drie tweeruits zolderramen. Geschulpte windveren; ijzeren muurankers (schieters.)  In het interieur zijn ondermeer van belang de nagenoeg oorspronkelijke indeling (deel met lemen vloer, potstal, koestal met grup, paardenstal met houten schot, kalverruimte, karnhok en diepe aardappelkelder); voorts het dekbalkgebint met pen en gat verbinding, de bevloerde ruimte boven het woongedeelte, de houten scheidingswanden en de koperen pomp.

Omschrijving van Boerenerf met boomgaard, boerentuin en ganzenweide.

Oorspronkelijk en traditioneel ingericht eind-19de- vroeg-20ste-eeuws boerenerf met boomgaard, boerentuin en ganzenweide. Aan wegzijde afgezet door meidoorn- en beukenhagen. Op het erf enkele hoog opgaande bomen; daaronder rode beuk en (oude) linden. In de boomgaard enige hoogstam fruitbomen (oude rassen). Het achtererf gedeeltelijk bestraat met keien (flinten). Eveneens op het erf een welwaterput uit 1863 (diam. 80 cm) met bakstenen schacht (oorspronkelijk met loden leiding) en granieten afdekplaat.

Boerenerf van algemeen belang wegens:
– de geschiedenis van het Drentse boerenerf;
– samenstelling en inrichting;
– functioneel onderdeel van een traditioneel Drents boerderijcomplex;
– visueel en landschappelijk samenbindende factor;
– de markante ligging aan het Oranjekanaal.